Mogelijke oorzaak dentale problemen na schisis: abnormale speekselkanalen

Uit muizenonderzoek zou blijken dat de tandheelkundige problemen die gelinkt zijn met schisis - vooral cariës- , wel eens te wijten zouden kunnen zijn aan abnormale kanaaltjes van de speekselklieren, met als gevolg een te hoge zuurtegraad in de mond.

 

Hoewel de technieken van reconstructieve chirurgie voor schisis steeds maar beter worden, betekent dit echter niet automatisch dat in de nasleep van deze ingreep in het eerste levensjaar, het kind in de jaren daarna geen tandheelkundige problemen meer kan ondervinden. Integendeel.  Het is intussen bekend dat kinderen na schisis vooral met cariës kampen. Een Amerikaans team onderzocht het verband tussen de aanwezigheid (of niet) van het IRF6-gen (verantwoordelijk voor schisis) bij muizen en de prevalentie van cariës. Ze gaven de muizen zonder de mutatie een suikerrijk dieet en keken ook hier naar de prevalentie van cariës. De muizen met de mutatie hadden niet alleen vaker last van cariës - meer dan de muizen zonder mutatie en op suikerrijk dieet -, maar het geproduceerde speeksel zorgt voor een hogere zuurtegraad, die uiteraard leidt tot een mondomgeving waarin de bacteriën zich bijzonder goed voelen. Het gevolg, meer cariës, is dan ook een logische conclusie. De afwijking van de speekselklieren situeert zich niet zozeer in de afmetingen van de klieren, maar vooral in de abnormale ontwikkeling van een deel van de kanaaltjes, waardoor de afscheiding van speeksel niet correct gebeurt en de bufferfunctie wordt verstoord.

 

Bron: Journal of Dental Research, 2016;0022034516679376 DOI:10.1177/0022034516679376.