Nieuwe regels voor het geneesmiddelenvoorschrift

Brussel, 06.10.2014  De nieuwe regels gelden voor alle voorschrijvers van geneesmiddelen.

Grensoverschrijdende zorg: oorsprong van de nieuwe regels

De Europese richtlijn 2011/24/EU legt regels vast die de toegang tot een veilige en hoogwaardige grensoverschrijdende gezondheidszorg binnen de Europese Unie moeten bevorderen en de mobiliteit van patiënten moeten waarborgen.

 

Iedere Lidstaat is zelf verantwoordelijk voor het organiseren en het verstrekken van een gezondheidszorgsysteem en het bepalen van de voorzieningen op het vlak van de sociale zekerheid.

 

Deze richtlijn legt toch een aantal basisprincipes vast, zoals voor het voorschrijven, verstrekken en afleveren van geneesmiddelen. De uitvoeringsrichtlijn 2012/52/EU beschrijft de minimaal te vermelden gegevens om de aflevering van geneesmiddelen in een andere Europese Lidstaat te vereenvoudigen en het risico van vergissingen te beperken, zoals dosering die niet aangepast is aan de leeftijd van de patiënt.

 

Het is wel belangrijk te vermelden dat een andere Europese Lidstaat niet verplicht is geneesmiddelenvoorschriften te erkennen voor geneesmiddelen die bepaalde verdovende middelen of psychotrope stoffen bevatten.

 

Deze Europese regels werden nu omgezet in Belgisch recht door het koninklijk besluit van 10 juni 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 2005.

 

Nieuwe verplichte gegevens op het geneesmiddelenvoorschrift

De minimum te vermelden gegevens op geneesmiddelenvoorschriften bestemd om uitgevoerd te worden in een andere Europese Lidstaat zijn bijna identiek aan de vereisten die al in augustus 2005 vastgelegd waren in België. Er zijn slechts enkele verschillen, namelijk:

  • de vermelding van de beroepskwalificatie van de voorschrijver en de rechtstreekse contactgegevens (e-mailadres en telefoon- of faxnummer);
  • de vermelding van de geboortedatum van de patiënt;
  • het voorschrijven aan de hand van de algemene benaming (stofnaam) van het geneesmiddel;
    de merknaam wordt wel vermeld wanneer:
    • het gaat om een biologisch geneesmiddel,
    • de voorschrijver dit medisch noodzakelijk acht; hij moet de reden dan beknopt vermelden.

 

Model van voorschrift blijft behouden

In de praktijk wijzigt het model van het geneesmiddelenvoorschrift niet:

  • Het werkadres, de rechtstreekse contactgegevens en de beroepskwalificatie van de voorschrijver (op basis van het RIZIV-nummer) zijn al voorzien in zijn stempel.
    Voor zover dit nog niet het geval is, moet ook een e-mailadres worden toegevoegd in de stempel.
  • De geboortedatum van de patiënt zit vervat in het rijksregisternummer dat door de apotheker wordt opgevraagd via MyCareNet, een centraal dienstenplatform dat gebruikt kan worden door individuele zorgverleners en instellingen om op een eenvoudige, betrouwbare en beveiligde manier informatie uit te wisselen met de ziekenfondsen.
  • De voorschrijver kan en mag de algemene benaming (stofnaam) al vermelden.

 

Er wordt dus geen afzonderlijk voorschrift voorzien wanneer het bestemd is om gebruikt te worden in een andere Europese Lidstaat.

 

Het verschil met een “Belgisch” voorschrift is dat de voorschrijver:

  • Verplicht het geneesmiddel moet voorschrijven op basis van de algemene benaming (stofnaam), behalve bij de beschreven uitzonderingen.
  • De bijkomende identificatiegegevens van de patiënt en zijn kwalificatie manueel moet aanbrengen. Dit is noodzakelijk omdat een apotheker uit een andere Europese lidstaat geen toegang heeft tot MyCareNet voor het verifiëren van de geboortedatum en geen kennis heeft van de betekenis van de kwalificatiecode in het RIZIV-nummer van de voorschrijver.

 

Terugbetaling van de kost van een geneesmiddel afgeleverd in een andere Europese lidstaat

Wanneer een Belgische patiënt die aangesloten is bij een ziekenfonds het voorschrift in een andere Europese lidstaat heeft gebruikt, kan de volledige kost aangerekend worden. Na thuiskomst kan de patiënt de terugbetaling vragen aan zijn ziekenfonds.

 

Lees meer: www.fagg-afmps.be