Kostprijs tandzorg blijft heikel punt

Honorariasupplementen tot boven 1.163 euro voor een prothese,gemiddeld 377 euro voor een parodontologische behandeling, ...: ondanks de inspanningen van de laatste 20 jaar blijft de financiële toegankelijkheid van tandverzorging een heikel punt, vooral als de tandarts niet-geconventioneerd is. Daarom pleiten de Onafhankelijke Ziekenfondsen voor een grondige wijziging van de verplichte verzekering en meer aandacht voor transparante informatie over de kostprijs van tandzorg en preventie! Naar aanleiding van de Werelddag van de Mondgezondheid op 12 september publiceren de Onafhankelijke Ziekenfondsen een studie over de kostprijs van tandzorg. Hoeveel kost tandzorg in werkelijkheid voor de patiënt, met of zonder de tegemoetkoming van de verplichte verzekering? En welke invloed heeft de kosteloosheid van de verzorging op de frequentie van de tandartsbezoeken? Deze en meer vragen krijgen een antwoord in onze studie!

 

Redelijke remgelden


Eerst het goede nieuws: dankzij de verplichte verzekering betaalt de gemiddelde Belgische patiënt weinig remgeld. Wie recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming (RVV) krijgt namelijk een tegemoetkoming van 600 euro op een periode van 5 jaar. Bij mensen zonder verhoogde tegemoetkoming gaat het om 400 euro op 5 jaar.

 

Hoge supplementen

 

De bovenvermelde cijfers kunnen de indruk wekken dat tandzorg niet duur is in België, maar niets is minder waar. De honoraria supplementen voor tandzorg bij niet-geconventioneerde tandartsen blijken namelijk hoog. Zo kosten prothesen en implantaten gemiddeld 362 euro aan supplementen. In 25% van degevallen van parodontologie en orthodontie bedragen de supplementen zelfs het dubbele van de RIZIV-erelonen. Als de tandzorg niet wordt terugbetaald door de verplichte verzekering moet de patiënt nog veel dieper in de geldbuidel tasten. Zo kost een prothesebehandeling voor wie geen 50 jaar is gemiddeld 1.648 euro, maar 10% van de patiënten betaalt meer dan 3.432 euro. Kortom, ondanks de inspanningen van de laatste 20 jaar blijft de financiële toegankelijkheid van tandverzorging een heikel punt.

 

RVV’s niet genoeg op tandartsbezoek

 

Een ander opmerkelijk resultaat uit onze studie: hoewel de verplichte verzekering een meer dan behoorlijke tegemoetkoming toekent in de tandverzorging, gaan sommige bevolkingsgroepen nauwelijks of niet naar de tandarts. Vooral de socio-economische groepen met de laagste inkomens (RVV) blijven onder de verwachtingen. Ondanks de quasi kosteloosheid van de tandverzorging hebben RVV’s namelijk twee keer zoveel kans om geen tandverzorging te krijgen. Bij kinderen daarentegen heeft die kosteloosheid wel een positieve invloed op het tandartsbezoek.