Doei glazuur

Tanderosie, slijtage van het tandglazuur, neemt toe. Vooral bij kinderen die op hun rietjes bijten tijdens het drinken van frisdrank of sap.



Lollies, jawbreakers, fruittoffees, zure matten en winegums: kinderen die dat snoepgoed veel eten krijgen snel last van tanderosie. Die snoepjes veroorzaken een zure speekselvloed waarin mineralen uit het tandglazuur oplossen.

Hoe zuurder het speeksel is hoe meer bouwstenen uit het glazuur van tanden en kiezen verdwijnen. Dat blijkt uit twee proefschriften over tanderosie die met een maand tussentijd uitkomen. Op 9 september promoveerde tandarts Halima El Aidi aan de Radboud Universiteit in Nijmegen; op 10 oktober volgt kinderarts Dien Gambon aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.


Tanderosie is de nieuwe kindertandziekte. Waren het vroeger de door cariësbacteriën veroorzaakte gaatjes waar kindergebitten aan ten onder gingen, nu bedreigt de chemische slijtage van het tandglazuur door te zuur speeksel de tanden en kiezen van kinderen en jongvolwassenen.

Tanderosie veroorzaakt overgevoeligheid van tanden en kiezen of andere pijn. Tandartsen kunnen deze schade niet makkelijk repareren. Composietvulmaterialen worden gebruikt om enige soelaas te bieden.


El Aidi keek of, en hoe tanderosie in drie jaar tijd verergerde bij 656 kinderen die bij het begin van het onderzoek tien tot twaalf jaar oud waren. Veel van de kinderen, die op controle kwamen bij de jeugdtandverzorgingskliniek in Oss, hadden op hun tiende al duidelijke tanderosie. De slijtage was vooral te zien op de kauwvlakken van de eerste, grote, blijvende onderkiezen en – vreemd genoeg – de achterkant van de boventanden. Bij jongens was het erger dan bij meisjes, en kinderen uit armere gezinnen, met laagopgeleide ouders hadden meer tandglazuurverlies dan kinderen van hoogopgeleide ouders.

Bij kinderen die veel snoepten en frisdrank dronken, erodeerden de tanden fors, in de drie jaar dat El Aidi’s onderzoek duurde. Maar er waren meer factoren: tandenknarsen en krachtig kauwen maakt de tanderosie ook erger.


Melk en yoghurt verminderen daarentegen de kans op tanderosie. Misschien komt dat doordat melkeiwitten in het speeksel beschermen tegen de invloed van zure frisdranken en snoepjes. Maar het kan ook zijn dat kinderen die meer melk en yoghurt drinken minder erosieve dranken nuttigen.

Dien Gambon ontdekte bij experimenten dat een enkel zuur snoepje het speeksel corrosief maakt, maar kortdurend. Ze onderzocht het bij volwassen proefpersonen, vooral omdat het verkrijgen van speeksel voor onderzoek bij kinderen lastiger is dan bij volwassenen. De hoeveelheid speeksel en de corrosiviteit ervan nam sterk toe bij véél snoep, vooral als daar organische zuren als citroenzuur, appelzuur of fumaarzuur in zaten.


Bij volwassenen duurde de zure speekselgolf nog steeds te kort om echt schade aan het gebitsoppervlak te veroorzaken. Maar doordat het speekselvolume bij kinderen kleiner is dan bij volwassenen kan het heel goed zijn dat erosieve werking bij kinderen groter is. Om tanderosie te voorkomen moet het gebit zo min mogelijk en zo kort mogelijk aan deze organische zuren blootstaan.

Gambon ontdekte dat ruim tweederde van de drankjes die op scholen in kantines en frisdrankautomaten worden verkocht tanderosie kunnen veroorzaken – ze turfde het assortiment op 37 middelbare scholen. Op die scholen dronken jongens veel vaker dan meisjes grote hoeveelheden van die drankjes.


Net als Halima el Aidi zag Dien Gambon dat veel kinderen opvallende slijtageverschijnselen vertoonden aan de achterkanten van de boventanden. Beide promovendi wisten niet hoe dat kwam. Maar Gambon zag in haar kinderpraktijk dat enkele kinderen tijdens het drinken van frisdrank uit een pakje het meegeleverde rietje stukbeten. Door lekkage kwam de zure drank dan direct in contact met de achterkant van de voortanden. Dat zou de verklaring voor de vreemde erosie aan de achterzijde van de voortanden kunnen zijn.

Ze testte dat idee door bij 69 kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar de boventanden te laten fotograferen en deze foto’s door twee tandartsen, onafhankelijk van elkaar, aan te laten geven hoeveel tanderosie ze zagen. Daarnaast vroeg zij aan de ouders of hun kinderen inderdaad tijdens het drinken van de frisdranken op de rietjes beten. Duidelijk was dat de rietjesbijters aan de achterkanten van hun boventanden meer tanderosie hadden.

Beide proefschriften tonen aan dat tanderosie in Nederland snel toeneemt. Een belangrijke oorzaak ervan is het ontstaan van chemische processen in de mond door verkeerde voedingsgewoonten.


Evenals in de laatste drie decennia van de vorige eeuw, toen het ging om de relatie tussen suikergebruik en tandbederf, zijn dergelijke gewoonten ook moeilijk te veranderen. Maar tandartsen en mondhygiënisten kunnen de afwijking wel vroeg diagnosticeren, voedingsadviezen geven en ouders en kinderen op de gevaren en latere ongemakken van pijn en gevoeligheid wijzen.


Bron: M.A.J. Eijkman